Een paar weken geleden had ik al enige zakjes zaad in bakjes en potjes gestrooid, cosmea, sla, Suzanne met de mooie ogen, zonnebloemen, tomaatjes en wilde bloemen. Het werd tijd om de jonkies in kweekpotjes naar buiten te doen,
En omdat ik ze niet allemaal in de bak op poten kon zetten maakte ik van bakstenen een geïmproviseerde buitenbak, een cold frame.
Op de bodem heb ik een piepschuimplaat gelegd, zodat de eventuele nachtvorst de wortels niet kunnen bevriezen.
Overdag gaat het “dak” er af als het te warm is, of als er regen is voorspeld zoals vannacht. Bij het tuincentrum heb ik nog een paar hele jonge venkelplantjes gekocht, net als een paar Nepata six Hill giants, kattenkruid die hoog en bossig is.
Nadat ik onkruid en vooral veel gras uit dit deel van de tuin had getrokken, plantte ik gelijk twee nepata’s en een roze mini budleija op de lege plekken, en ze kregen nog een flinke plens water. Over een maand zal ik nog een foto maken van dit deel, en dan aanwijzen wat waar staat.
Een week of twee geleden (gok ik, mijn besef van tijd is pleite) was ik de gieter aan het vullen met water uit de regenton, toen ik vlakbij geknor hoorde. Ik dacht eerst dat het Sherlock was, maar die lag binnen op de toren, dus luisterde ik tot ik het geluid weer hoorde, en wat bleek? Er zit een egel in het egelhuis (links van de regenton) die ik na jarenlange leegstand voor de winter weer eens goed schoon had gemaakt, het zat vol grote spinnen en spinrag, en toen voor het eerst eens gevuld met stro. Ik tilde heel voorzichtig het dak op, maar zag niks anders dan een hoge berg stro, dus liet ik het dak weer heel voorzichtig zakken.
En toen ik een paar dagen geleden vlak voor ik naar bed wilde gaan en Jon nog buiten was de schuifpui opende en Jon zachtjes riep, zag ik over de tegels een kleine donkere schaduw heel snel naar me toe rennen. Ik schrok me wild, en snel deed ik de schuifpui dicht tot een kier en zag een egeltje voor de opening staan. Agossie. Ik strooide wat kattenvoer naast hem, en Jon kwam gelijk aanrennen. Gelukkig rende Jon door naar binnen en kon ik na het geven van zijn midnight snack de tent afsluiten en het bed induiken. Gisteravond zag ik meerdere egels bij de schuifpui scharrelen, ze konden bij het eten en door de hele tuin staan schalen met vers water. Ze komen niks te kort.
Stoepje en oprit ontdoen van alle bruin geworden bloesem van de Japanse kers was een uurtje werk gisteren vlak voor de lunch
Een langsfietsende buurtgenote (ongeveer even oud als mij denk ik) draaide om toen ze me hoorde vegen en stapte vlak naast me van de fiets af om een praatje te maken. Gelijk met haar eerste zin “Ik wilde niet voorbij fietsen zonder te vragen hoe het nu met je gaat, want wat zal het zwaar zijn zo zonder je man.” schoot ik vol Ze was heel lief en begripvol, ze had dit rouwproces van dichtbij meegemaakt. Na een tijdje ging ze weer verder, en toen ik klaar was maakte ik nog enkele foto’s.
De azalea bloeit
En mijn oog spotte kleine blauwe bloempjes die ik niet kon plaatsen, is dit ster hyacint?
Vanmorgen zette ik het vaste -niet eenjarig- vergeet-mij-nietje op de foto, de bladeren zijn zo mooi, en dan die kleine bloempjes met zacht roze hartjes
En de Deutzia (bruidsbloem) staat ook te pronken
Goed, en toen wilde ik de quilt voor Sophie gesandwicht hebben, de tussenvulling was gisteren zo gevonden, maar de achterkant was een ander verhaal. Te saai, te bont, te licht, te donker, te truttig, te ouwelijk, te klein, ik wilde het liefst de deur dicht trekken en naar beneden gaan, tot mijn oog viel op een restant van een achterkant die ik bijna twee decennia geleden voor een quilt voor een nichtje had gebruikt. Allemaal batik stukken (halve FQ’s of F8’s) aan elkaar genaaid. De lap was langer en smaller dan wat ik nodig had, dus sneed ik hem op de juiste lengte en het afgesneden stuk kon ik halveren en zo tegen de smalle kant naaien.
Beneden op tafel heb ik de drie lagen met veiligheidsspelden gesandwicht, met de linialen erbij om te zorgen dat de boel wel recht en haaks was.
En de achterkant die ik wel wat beter had kunnen persen
Ik wilde vanmiddag al een begin met het doorquilten maken, en overwoog even om de machine beneden op tafel te zetten omdat mijn naaitafel een puinzooi is,
maar besloot toch mijn tegenzin opzij te zetten en de naaitafel op te ruimen. Ik weet wel waarom ik liever beneden wil werken. Als ik boven zit mis ik mijn lief, want als ik zat te naaien of quilten, dan was hij altijd aan het werk op zijn werkkamer, typend achter zijn computer of pratend aan de telefoon. En jaren geleden als hij een kopje koffie ging halen nam hij er ook altijd eentje voor mij mee, vaak met iets lekkers. En als ik beneden zit heb ik dat minder, omdat manlief overdag altijd boven zat te werken.
Ik zette na een uur melige radio dj’s te hebben aangehoord de cd van Black eyed peas op, deze had ik al heel lang niet meer gehoord en deed me denken aan de tijd toen geluk nog heel gewoon was, en weer een uur later was ik klaar. Ik had zelfs mijn computerbureautje opgeruimd en afgestoft. Op het ladenkastje rechts van de bureaustoel ligt een al geknipte zomerjurk, vorig najaar geknipt. Wie weet komt het dit voorjaar nog af 😊
Morgen deze tijd hoop ik de eerste steken te hebben gequilt, ik zal eerst wat oefenen op een oefenquiltje om er weer in te komen.