De verdovingsspuit in mijn gehemelte en het trekken van mijn kies afgelopen maandag was op zijn zachtst gezegd geen pretje, de tandarts nam zijn tijd met het heen en weer wiebelen en loswrikken, het moest voorzichtig gebeuren omdat de wortel gespleten was, en na wat gekraak en gezucht kwam hij er in zijn geheel uit. Op het dienblaadje lag de bloederig wortel met kroon, ik mocht hem meenemen als ik dat zou willen, en dat wilde ik niet. Het zwarte wortelpuntje heeft de kaakchirurg gedaan toen ik jaren geleden bij hem was voor een zenuw behandeling.
Maandag kwam er niks uit mijn handen, dinsdag besloot ik mijn naaikamer een beetje op te ruimen, ik wilde aan een nieuw projectje begonnen, the cat lady, een patroon van Amy Bradley die de oplettende bloglezer vast al zag hangen boven de snijtafel in mijn naaikamer. Maar eerst moest ik mijn bureau opruimen. Sherlock kwam helpen, maar besloot in plaats daarvan de straat in de gaten te houden
De overburen hadden hun voortuin al gedeeltelijk in Halloweenstemming gebracht, al die witte plukken in de struiken waren intrigerend
De pers kon weer op de snijtafel, en de stekkerdoos zette ik vast tegen de zijkant van de snijtafel, ideaal!
Ik reed nog snel de stad in om bij feestwinkel Sep ook van dat spinrag te kopen, gooide het samen met wat lichtjes in de laaghangende takken van de Japanse kers en langs ons pad naar de voordeur in struiken, en vond het goed zo.
Bij de overburen gingen ze helemaal los met een grote vuurkorf, mistmachine, metershoge door blazend lucht omhoog gehouden spook, en over de lantaarnpaal naast hun huis werd een jute zak gebonden. Om half zeven galmden enge geluiden door de wijk afkomstig van de speakers van het huis op de hoek schuin tegenover ons, ook zij hadden het groots aangepakt net als andere jaren met een toverketel en lachende heks, zwevende spoken, spinnenwebben en dikke spinnen.
Vier mannen -vrienden van de overburen- liepen in zwarte gewaden met zware schoenen en licht maskers op heel langzaam heen en weer te ijsberen voor de deur, en sleepten continue (als in twee en een half uur lang!) metalen staven achter zich over de bestrating wat voor een dreigend geluid zorgden. Doodeng. Hier een heel kort filmpje.
Er kwamen ouders met huilende peutertjes op de armen of aan hun benen hangend bij ons aan de deur, zo bang waren ze van de enge mannen. Waarom deden die kerels dit niet vanaf half acht, als de kleutertjes weer naar huis waren. Als troost liet ik de kleintje kinderen twee dingen pakken, ze konden kiezen uit schatkistjes met zachte snoepjes, zakjes pombeertjes, allerlei verschillende soorten minireepjes, zakjes Skittles, lollies en mini rolletjes snoep. Wat een feest.
Ons snoep was op een handje na op toen ik het licht uitdeed, het begon flink te regenen en de straat was leeg, het was net half acht en het was mooi geweest; ik was met mijn zeurende kaak en opkomende hoofdpijn toe aan rust.
Toch werd er even later weer op de deur geklopt en aangebeld, ik hoorde kleine kinderstemmetjes en deed open; twee kleine ventjes van amper zes jaar oud: “we waren pas heel laat klaar met eten”, vroegen om “tik or teet”, ze mochten twee snoepjes uitkiezen en renden blij naar hun moeder die op straat stond te wachten onder een paraplu, ze zei wat en de kleintjes riepen achterom kijkend “dankjewel”.
Deur dicht en nu rust?
Nog geen kwartier later stond een grote groep opgeschoten pubers voor de deur, ik gok een man of tien, en te horen aan gelach en geroep kwam er nog zo’n groep aanlopen. “Trick or treat” riepen ze in koor. “Sorry jongens, het snoep is allemaal op,” zei ik en ze dropen af, “jammer, kan gebeuren, volgend jaar beter”, zei een meisje, en andere gasten riepen naar de groep verderop in de straat dat er hier niks meer te halen viel. Het was ondertussen al negen uur en bij de overburen ging ook het licht uit en ruimden de mannen hun metalen staven op, eindelijk rust. Toen het om half tien droog was haalde ik snel de versiersels van de bomen en struiken, zo, alsof er niets was gebeurd.