Wat een nacht

We lagen woensdagnacht in diepe rust toen het geluid van de voordeurbel door het huis galmde, WTF!? Het was donker buiten en ik liep naar de badkamer om mijn ochtendjas aan te trekken, het lusje waarmee hij aan het haakje zat was gedraaid en het duurde even eer ik met mijn slaperig hoofd hem eraf had gehaald, ondertussen me afvragend wie er in vredesnaam midden in de nacht rond drie uur aanbelt? Manlief stond ook al bij de trap, maar bleef boven staan als mentale en evt verbale steun terwijl ik op blote voeten dapper de trap afliep.
Het buitenlicht bij de voordeur stond aan en ik zag de krantenbezorger (een 60+er) staan, een grote stapel kranten op de mat bij onze brievenbus en zijn fiets stond op zijn kop.

“Sorry dat ik zo laat nog aanbel, maar heeft u misschien een fietspomp die ik mag gebruiken. Mijn band loopt leeg, het komt nooit uit maar nu is het wel heel erg rot, net nu ik aan mijn ronde begint.”
Ik beaamde dat het heel erg rot was, (en niet alleen voor hem) en liep de garage in. Jon gaf me in het voorbijgaan een kopje en vloog naar de keuken, eten! Sherlock en Fay zaten roerloos op het kussen bij de werkbank met grote ogen geschrokken naar me te kijken. Ik pakte de fietspomp, trok in het meenemen een tas mee waar handschoenen en mutsen zaten (ja ook verleden tijd, want ze lagen nu allemaal over de vloer verspreid) , en deed de garagedeur weer dicht. Dankbaar nam de krantenbezorger de pomp aan, wenste me welterusten en ik liep weer naar boven. Ik dacht er nog even aan om een fiets van ons te leen aan te bieden zodat hij zijn rondje af kon maken, maar DH vond dit absurd, en al mopperend om onze gestoorde nachtrust doken we er weer in.

Omdat de voordeur open stond toen ik naar de garage liep, dacht ik dat Jon wel buiten zou zijn, maar nee, hij liep boven alle kamers af en kwam toen buurten bij ons. Met het geluid van een fietspomp, sigarettenlucht van de krantenbezorger dat via ons raam naar binnen kwam, en een trippelende miauwende Jon werd ik met de minuut meer opgefokt onrustiger, en besloot het slaapkamerraam waar geen hor voor zit open te zetten, zodat Jon er uit en in kon naar believen. De fietspomp werd stil en Jon sprong naar buiten en ik moet zijn ingedommeld, want ik werd wakker van het geluid van een fietspomp, alweer!? En het bleef maar duren, verdorie.

Weer mijn ochtendjas aan en naar beneden, “Ik zal even mijn fiets voor zetten zodat u die kunt gebruiken, want dit is toch geen doen,” zei ik tegen de man die naast zijn op de kop staande fiets stond. Ik wachtte zijn antwoord niet af maar liep de garage in en deed de klep open, Fay en Sherlock schoten achter elkaar naar buiten. Ik had gelukkig wel het benul om de voordeursleutel van de fietssleutel af te halen, en liep toen op blote voeten met de fiets naar de voordeur. Onderweg stapte ik op iets slijmerigs, een slak 🤢 Gelukkig met mijn hiel en niet met mijn voorvoet, want een geperste slak tussen de tenen omhoog voelen floepen is geen fijn gevoel. Vraag me niet hoe ik dit weet.

De krantenbezorger was net bezig zijn kranten in de fietstassen te stoppen, zijn fiets stond dus niet meer op zijn kop wat wel praktisch is als je de fietstassen wilt vullen, en knikte naar me toen ik mijn fiets onder de overkapping neerzette uit het zicht vanaf de straat, want ja, ik kon hem niet op slot zetten. Ik had het fietssleuteltje uiteraard aan de man kunnen geven, maar dat deel van mijn hersenen stond nog in de slaapstand. “Ik zal zien hoe mijn band zich houdt, bedankt en nogmaals mijn excuses dat ik zo laat aanbelde.” Ik wenste hem een goede nacht, sloot de boel weer af en dook in bed, en heb hooguit nog twee uurtjes geslapen.  

We hebben die nacht niks meer van de man vernomen, ik werd wakker toen de overbuurman naar werk ging, en zette de fiets binnen, blij dat hij er nog stond, en dook onder de douche. En toen pas viel het muntje waarom die fiets van de krantenbezorger steeds op zijn kop stond, hij had zijn band geplakt. Ik vond het al zo raar, als je een band wil oppompen zet je de fiets toch niet op de kop. Goeiemorgen Shirley 🙄 Hij zal het drinkschaaltje van de katten dat onder de waterkraan naast de voordeur staat misschien wel gebruikt hebben om het lek te detecteren.

Bij het ontbijt zaten we ons er nog over te verbazen, zoiets doe je toch niet, ‘s nachts aanbellen? Je jaagt de bewoners de stuipen op het lijf, toch? Je doet het als er brand is of zo, en dan bel je niet alleen maar zal je denk ik ook op de deur bonzen. Maar goed, het is wel fijn voor die man wetend dat als er nood is, hij bij ons kan aanbellen, we zullen hem niet wegsturen of boos worden. Maar hij moet dit niet te vaak doen.

Ik vroeg me af of er voortaan een fietspomp bij de voordeur moest staan, maar dat ging toch te ver. Die man moest daar zelf maar voor zorgen. Gelukkig werd er de volgende nacht niet meer aangebeld, pfew. De enige die dit jammer vonden waren de katten die hadden genoten van hun nachtelijke escapades, en een honger dat ze er van hadden gekregen, niet normaal.

De naaktslakken durven niet meer alleen op pad te gaan nu ze een familielid geplet hebben zien liggen. Als er eentje onder een pletter dreigt te komen, trekt de andere hem snel weg, wat een strak plan.

IMG_9626

2 gedachten over “Wat een nacht

  1. Truus

    Jeetje dat is ook iets om een hartverzakking van te krijgen!!!
    Hoop dat deze krantenbezorger zich dat ook gaat realiseren en jullie minstens een bos bloemen komt brengen.
    En dan die slak…getsie, maar ja wie loopt er nou in deze tijd op blote voeten buiten– jak 🙈😹
    Hoop dat jullie nu een rustig weekend hebben en geniet van het beloofde mooie weer.
    groetjes, Truus uit Drenthe

  2. Jacqueline Groeneweg

    Nou jaaaaaaaaah, vreselijk , wie doet nou zoiets.
    Ik snap de man wel, die was in paniek. Maar hij weet toch hoe laat het is.
    Wel plakspullen bij maar geen pomp ?
    Groetjes.

Reacties zijn gesloten.