Op de markt stonden 2 viskramen pal tegenover elkaar, bij de ene was het heel erg druk, en bij de andere stond geen hond, de verkoper stond zijn handen af te vegen, en keek wat om zich heen, op zoek naar een klant. Helaas maakte ik oogcontact, en toen kon ik niet anders dan de haringen bij hém kopen, toch? Ik vond het wel apart dat het bij hem zo stil was; wisten die andere klanten iets wat ik had moeten weten, bedacht ik me, toen ik haringen bij hem kocht. Toen ik later op de dag de haringen proefde, wist ik het zeker, niet te vreten!
Ik kreeg een 50 eurocent muntje terug als wisselgeld, die hij met vette haringvingers uit zijn bakje pakkend aan mij overhandigde, getsiederrie, daar zat ik niet op te wachten, en ik probeerde niet vol in het muntje te grijpen bij het aannemen, maar ja, zoiets is toch haast onmogelijk, als je niet wilt gaan strooien met geld? Ik liet het muntje in het lege voorvakje van mijn Hermelien tas vallen, en veegde mijn duim en wijsvinger af aan een tissue uit mijn broekzak, die ik eerder al had gebruikt om mijn neus leeg te toeteren. De papieren laagjes schoven wat glibberig heen en weer, maar gelukkig trof ik nog een droog hoekje aan om te gebruiken, en het zakdoekje verdween opgepropt weer in mijn tas, bij gebrek aan een vuilnisbak in de buurt. Gelukkig heb ik een grote handtas, een beetje te groot, want ik ben de helft van de tijd iets kwijt waarvan ik toch zeker wist dat ik het er wel in had gedaan. Omkiepen is dan de enige manier om het terug te vinden.
Een eindje verderop zat een armetierig uitziende buitenlandse man op een krukje met een accordeon, hij speelde steeds hetzelfde deuntje, en hij speelde best wel gebrekkig, net zoals zijn woordenschat; “asebief dankewel” zegt hij, zodra ik het vettige en naar haringen meurende muntje van 50 in zijn bakje deponeer. “Een fijne dag nog”, zeg ik en loop door, op zoek naar een schone tissue in mijn tas, en terwijl ik al doorloop, met mijn arm tot aan mijn oksel in mijn tas graaiend, valt mijn oog op een 2 euro muntje op de grond. Hebbes, “dat is snel verdiend”, denk ik, en terwijl ik dit muntje in mijn tas laat vallen, zie ik het flesje desinfecterende handgel in mijn tas, die ik al een tijdje kwijt was. He, gelukkig, nu raak ik die haringlucht kwijt, en wie weet wat er nu nog aan mijn vingers is blijven hangen, van dat 2 euro muntje, brrr, vies eigelijk, dingen oprapen van straat, maar om daarom geld te laten liggen, nooit! 2 euro, dat is bijna een FQ!
Zopje is maar al te blij met mijn geestdodende werk van quiltdraad uithalen, elke keer als ik denk “ik ben er bijna”, zie ik weer een paar rozen met te strakke onderdraad; nog 1 nachtje slapen, denk ik, en dan kan het doorquilten weer hervat worden.
Hoi Shirley,
Getver…., ik lust geeneens haring en dan zo’n onsmakelijke beschrijving van glibberende muntjes, bah !!
Waarom komt het toch altijd uit dat we NIETS met een kleinere tas kunnen. En we slepen verder. Met die haring zou mij ook kunnen gebeuren………
Waarom komt het toch altijd uit dat we NIETS met een kleinere tas kunnen. En we slepen verder. Met die haring zou mij ook kunnen gebeuren………
Bah, bah en nog eens bah, om de griebels van te krijgen, wat kunnen sommige marktkooplui ontzettend smerig zijn.
Maar je hebt toch mooi 2 euries gevonden en dat is dan een soort beloning moet je maar denken ;-))
Groetjes
Ines
Bah, het idee, zo’n euro munt aanpakken wat glibberig is van de vis. Jammer dat het ook nog niet lekker smaakte!
Fijne avond
Een verhaal met een geurtje…