Dinsdagavond zag het plekje op Jon z’n rug er goed uit, de korstjes waren er af en de huid eronder was dicht. “Nog één nachtje en dan mag de kraag er af,” zei ik tegen Jon die zielig miauwend en klagend bij het raam naar buiten zat te kijken. Wat Arya deed wilde hij ook, jagend achter de rondvliegende blaadjes en gewoon in de buitenbak (voormalig groenten tuintje) poepen. Woensdag tegen de middag was het zover, het afhalen viel deze keer niet mee omdat Jon wilde helpen en hiermee behoorlijk in de weg zat met zijn pootjes, en grommend dat ik moest opschieten want de nood was hoog kregen we het na een paar minuten die wel uren leken los. Ik kreeg zowaar een paar dikke kopjes, en spinnend rende hij voor me uit naar de schuifpui. Hij spoot weg als door een wesp gestoken en ik zag hem pas weer tegen half 5, op zijn achterpoten staand maakte hij zich zo lang mogelijk en roffelde op het raam van de schuifpui. Toen hij langs mijn benen richting de keuken sprintte zag ik iets roods op zijn rug, nee hè, niet weer. Oh jawel, zijn tong had als een vlijmscherpe fijne rasp het tere huidje weer kapot gemaakt, verdorie. Ik belde naar de dierenkliniek, legde uit wat er gaande was en vroeg of ze zo’n hansopje in de maat van meneer Jon hadden en of ik er gelijk om kon komen. En drie kwartier later lag Jon met een “WTF?!” Houding op de keukentafel. Het aantrekken was wonderwel makkelijk gegaan op een beetje tegenstribbelen na, en eenmaal de drukkertjes dicht gekregen naast zijn staart durfde hij zich niet te verroeren.
“Wat maak je me nou?”
Ik zette hem op zijn voetjes op de grond en daar stond hij een tijdje roerloos alvorens zich als een robot richting de voerbakjes te begeven. Toen hij ontdekte dat hij gewoon kon eten liep hij heel koddig de kamer in om vanonder de salontafel de boel te laten bezinken.
Hij durfde een hele tijd nergens op te springen, pas toen ik aan de grote tafel zat te kleuren klom hij via een voetenbankje en stoel op tafel en vond troost in mijn net afgebreide heerlijk zachte kol
Toen hij de kol al masserend bijna op mijn kleurdoos had geduwd
legde ik de kol op het katten quiltje op tafel en zo hield Jon me de rest van de avond gezelschap.
Ik was aan het derde heksje begonnen, Bertha Broomhildagard, ze heeft haar feestbroek aan
Ik ben blij dat ik met potloden werk, want wat een gepriegel zou dit zijn als je dit met vetkrijtjes moest doen (zoals in het patroon staat beschreven).
En zo ziet het er nu uit, voorop loopt Demelza Von Spellcaster, gevolgd door Celinda Wickenblat. Bertha Broomhildagard heeft een schattig naaimachine op haar armen, zou het een Singertje zijn? Dat haar rol met lootjes aan het afrollen is ontgaat haar ten ene malen. Hopelijk let de heks achter haar beter op, Hagatha Thistlebottom.
Meer info:
Patroon is van CrabappleHill
Het patroon is op stof getekend met Micron Pigma pen, kleur bruin, bij quiltwinkels te koop.
Ik kleur in met Derwent aquarel Inktense potloden, hier gekocht
Klik hier om de uitleg filmpjes te kunnen bekijken van CrabappleHill
Ik veeg de kleuren in met doezelaars, ook bij Deva gekocht.
Om de kleuren na het aanbrengen nat te maken zonder te laten uitvloeien gebruik ik op advies van een Amerikaanse textile artist Aloe Vera gel. Bij diverse winkels te koop, zo ziet mijn tube er uit.
Mijn test om te kijken of er verschil is tussen wel of niet strijken voordat ik de stof spoel om de aloe vera er uit te krijgen is nog lopend, hierover later meer.