De loodgieter die vanmorgen kwam om met camera het verstoppingsprobleem te onderzoeken was lang niet zo’n lekker ding als die de HR ketel kwam nakijken, en dus vond ik het ook niet zomaar goed toen hij zei dat hij eigenlijk niks kon vinden. Ik wilde zweet zien, en gauw een beetje, en dus gingen enkele tegels eruit om ook via het riool de leidingen van begane grond te inspecteren. Helaas ook niks van belang gevonden, dus moeten we het in de pot zoeken, de spoelkracht dus. Wordt vervolgd.
Als je tegen het buitengebied aan woont heb je niet alleen de lusten, maar ook enkele lasten die je maar voor lief moet nemen, zo vind mijn lief. In de woonkamer is een ware invasie van mieren gaande, en niet zulke kleintjes ook, en dus liggen er her en der verspreid over de begane grond mierenlokdoosjes, in de hoop dat het probleem hiermee snel opgelost is. De grens vind ik toch wel als ze de kasten inlopen, en dus flipte ik bijna toen ik er eentje tegen de wandkast op zag lopen, in 1 streep richting de kier waar achter het drank staat. Ik opende de deur en jawohl, ze hingen aan de fles Bayley’s, straalbezopen. Ik veegde ze uit de kast en ze liepen slingerend weg. Dus voortaan als ik een mier een beetje doelloos rondjes zie rondlopen, weet ik dat het van de drank komt, en niet van de mierenlokdoosjes. En nee, we trappen de mieren niet dood, want ik wil dat ze het gif hun nest inbrengen, en als je ze maar steeds dood trapt, dan komen hun vriendjes kijken waar ze blijven en zo blijf je aan de gang.
De oude stuivers van vroeger helpen ook om ze niet binnen te laten komen. Waar ze binnekomen stuivers leggen en ze bedenken zich nog wel een keer.
Wat ook goed helpt is gist met suiker, dit door elkaar kneden en in een bakje bij de mieren in- en uitgang zetten. Ze eten dit op en dan ontploffen ze.
(zacht onhoorbaar knalletje)
lokdoosje bij het gat van de deur plaatsen want anders lok je ze overal naar toe de naam zegt het al lokdoos