duo

Het was vanmorgenvroeg weer heerlijk buiten, toen Suzanne en ik de wijk onveilig maakten. We hebben een vast rondje die we lopen, door straten, langs een hele wijk en dan langs de buitenkant van onze wijk weer terug via de weilanden waar de koeien liggen te herkauwen. Ik legde Suzanne uit dat er ook mensen zijn die ook zoiets doen -herkauwen (maar dan iets anders), regurgiteren heet dat, en ik dacht dat dat voldoende info was, zo langs de koeien lopend. Maar nee, Suzanne laat horen dat ze het snapt en vertelt over kots dat in de keel komt en dat ze dat dan al knauwend weer doorslikken, en ik begin medaar toch een partijtje misselijk te worden! En Suzanne maar doorvertellen, geen onderdeel van de samenstelling van kots wordt overgeslagen. Da’s ook voor het laatst dat ik zo vroeg al over zoiets begin, ik ben net niet over mijn nek gegaan.☺ Een busje van de BVR reed luidtoeterend voorbij en we zwaaiden vrolijk; dat zal Martijn wel zijn geweest, een schoonzoon van de collega van Perry.

We lopen dus via de weilanden terug onze wijk in, en achter ons huis bij de beek in het hoge gras zie ik 2 zwarte katten met witte befjes op identieke wijze zitten en beide kopjes draaien gelijkertijd onze kant op als ik "Hé Zipje en Zopje!", roep. Zipje komt miepend naar ons toe gelopen voor een aai en een kopje, en loopt dan weer terug naar de beekkant om naast Zopje het oeverleven nader te bekijken, wat iets heel anders is dan overleven. Ze zullen wel denken "waar zijn al die drijfsijsjes gebleven?" Op.