Na de fitness en de lunch plofte ik gisteren in de luie stoel met een kopje koffie, om de aflevering van Bones van deze week te bekijken die op de recorder stond. Het was een herhaling, maar eentje die ik nooit had gezien, en dus was het genieten, tot het einde; de laatste minuten waren zo ontroerend, en ik zo labiel, dat de tranen over mijn wangen rolden, de een na de ander. Ik stond al snuffend op om een zakdoek te pakken, toen de deurbel ging. Ik deed met natte ogen de deur open, en de koerier overhandigde mij 2 pakjes; terwijl ik een handtekening zette, voelde ik zijn ogen op me gericht. Ik gaf hem het handteken-kastje terug (gebeurt elektronisch), veegde nog een traan van mijn wang af, en hij keek me langdurig en met een blik vol medelijden vragend aan. Ik lachte en legde uit dat ik had zitten huilen bij een heel ontroerend eind van een tv programma, en hij vroeg toen gelijk welk programma het was. Uh, dat had ik niet verwacht, de meeste koeriers zeggen boeh noch bah.
“Bones”, ze ik, en hij knikte begrijpend, “Aaah”, zei hij, “jaa.”, zijn vrouw had er vast ook bij zitten snotteren, misschien hijzelf ook, ik zag hem er wel voor aan. Terwijl hij het busje keerde, gaf ik het pakket aan Evelien die net van de trap af kwam, – en toen ik weer naar buiten keek (glazen voorpui), zag ik de chauffeur en de naast hem zittende koerier lachend naar me kijken, terwijl ze weg reden.
Evelien vroeg bezorgd wat er aan de hand was, en toen ik zei dat het van de aflevering van Bones kwam, lachte ze opgelucht. Ja, ze kende die aflevering, ze had er zelf ook lekker bij zitten huilen. Niets lekkerder dan de tranen de vrije loop laten gaan bij tv-series, vind ik. En soms schiet het door, als er bv nog onverwerkt oud zeer zit, en dat komt er dan gewoon mee uit; daar knap je zo van op, ook al zie je er de eerste uren niet uit, met rode neus en rode ogen.