Met de nachtvorst op komst krijg ik zin in erwtensoep, na het weekend gaat -volgens de geleerde weermannen- de temperatuur weer oplopen; voor je het weet zit je in de lente en dan loopt hier niemand meer warm voor een lekker bakje snert, dus het ijzer moet nu gesmeedt worden. Ik moest het thuisfront beloven dat de soep deze keer met een lepel gegeten kan worden en niet met mes en vork; vorig jaar kon je een kom afgekoelde soep op zijn kop houden en bleef het keurig in de kom zitten. Da’s duidelijk te dik.
Inkopen gedaan, vlees bij de slager, groenten en spliterwten bij de groentenboer en op naar huis om bijna een uur in de keuken te staan; schoonmaken, snijden, bakken, alles in de pan en dan nog water erbij, het was krap. Jammer dat ik mijn grote soeppan (8 liter zoiets) nergens kan vinden.
Ik krijg er maar 2 li water en 1 pak spliterwten in, en het ziet er naar uit dat ook deze keer de soep te dik zal worden, maar ik zal na afloop de boel wel verdunnen. Terwijl het lekker staat te pruttelen zie ik een zout- en peperpot op het aanrecht staan, verdikkeme, helemaal vergeten. Terwijl ik met de zoutpot boven de pan aan het strooien ben vliegt de dop er af en zie ik tot mijn schrik de hele inhoud van het zoutvat achter de rode dop aan in de pan vallen. Gelukkig is dit maar een zoutpot van een halve kilo. Verstijft sta ik het gepruttel en de langzaam in de soep zakkende witte hoop zout gade te slaan en dan schiet het door mijn hoofd: "Ik moet wat doen, maar wat?".
Minuten tikken door en eindelijk schiet ik in beweging, pak de koekenpan uit de gootsteen en met een grote opscheplepel haal ik de bovenlaag van de soep weg in de hoop te redden wat er te redden valt, tegen beter weten in. Dit mooie kleurrijke stilleven in de koekenpan is wat ik heb weggeschept, het ziet er vrolijker uit dan ik me op dat moment voel.
Ik proef even een beetje bouillon uit de pan soep, vreselijk zout natuurlijk; ik pak een andere -nog kleinere – pan uit de kast, graai het vlees uit de zoute soep en mik er het andere pak spliterwten bij en 2 liter water en ga weer boodschapjes doen. Hoi- hoi. Ik hoop alles kant en klaar gesneden te vinden in de supermarkt maar helaas.
Een kwartier later sta ik weer te hakken en te snijden en op te ruimen, en dankzij Eveliens zoektocht naar de luchtbedpomp is de grote soeppan ook terecht en nu staat de erwtensoep heerlijk geurend te pruttelen in de keuken. Nog even een rookworst in stukken snijden en erbij mikken en we hebben voor morgen een lekkere maal met de lunch.
En hoe smaakte ze?
Heerlijk! Ik heb eerst al het vlees eruit gehaald, toen de boel met de staafmixer gepureerd en daarna vlees in stukjes er terug in en rookworst erbij, zalig!