Vrijdagmiddag kwart over 1: "Suzanne, je moet naar school", roep ik terwijl ik de keuken inloop. Een mokkende Suus komt zonder sminck op haar gezicht de keuken in, "ik wist opeens niet wat ik op mijn gezicht moest doen.", zei ze toen ik vroeg waarom ze zo bloot was. "Meisje toch, kom snel hier", zei ik en met een paar snelle halen met de sminck-kwast toverde ik een gezicht waar Picasso’s werk bij verbleekte. De thema van carnaval dit jaar was kunst, dat moge duidelijk wezen, dat ik er Picasso van maakte bleek een goede gok: hun groepje noemden zich de Picasso’s en dat wist ik dus echt niet. Evelien had op haar rug ook een stukje kunst getekend en zelf was ze ook creatief geweest, zelfs Perry had zijn handtekening (een muisje) op haar mouw gezet. Zie rechtermouw, voor de kijker links. De lol van zo’n jas is dat je met een borstzak vol stiften rond loopt en iedereen die wilt mag wat leuks op je jas tekenen of schrijven. En net als alle andere kinderen liep ze na afloop met "Kick me here" op haar kont, terwijl ze daar expres al ’t Bleft kunst’ had geschreven.
Ze voelde zich vreselijk opgelaten toen ze naar school rende, maar eenmaal onder de andere kids genoot ze gelukkig. De hele school (op de kleuterklassen na) liepen mee met de optocht die ook weer langs ons huis trok met veel lawaai, confetti en serpentines.