De kerstkaarten zijn geschreven, en kunnen op de bus, op een enkele na, waar mijn lief nog een persoonlijk woordje bij wilt zetten, en ik lever ze af bij het postagentschap in het winkelcentrum. Ik wil eigenlijk ook nog mijn staatsloten na laten kijken, want dat ben ik thuis vergeten te doen, maar er staat een griezelige kerel achter me, een onguur type die ik niet graag in het donker tegen wil komen, en ik besluit hier later wel voor terug te komen, want stel je toch voor dat ik een grote prijs blijk te hebben, en die griezel overvalt me dan op weg naar mijn auto, “hier met dat staatslot!” schreeuwend. Nou heb ik wel een loeizware handtas bij me, en daarmee kan ik al zwaaiend uithalend flinke schade toebrengen, maar nââh, ik heb hier geen zin in, en zo heb ik nog een dag vol dromen te goed.
Ik loop langs het bakkertje, en zie zalige koffiekoeken in de vitrine, nog 2 stuks, en als ik dan een gevulde koek voor manlief koop, -hij houdt er niet zo van- dan hebben we alledrie na het eten wat lekkers voor bij de koffie.
Ik verheug me hier al enorm op, en stap de bakkerij in, waar ik op dat moment de enige klant ben, er is achter de toonbank geen verkoopster te zien, maar wel achterin de werkplaats. Ik kuch even, bij gebrek aan een belletje in de winkel, zo van “Klahant!” Een toonbeeld van geduld ben ik, en zo sta ik toch al zeker een volle minuut te wachten, schraap zelfs nog een keer even mijn keel, maar er komt niemand. Oh wacht, een verkoopster achter in de bakkerij kijkt mijn kant op, maakt zelfs oogcontact, en ik bereid me al voor op wat ik zal zeggen; eerst de 2 koffiekoeken, en dan de gevulde koek, want stel je voor dat er opeens nog een klant komt, en die zou gelijkertijd geholpen worden, en die kaapt de koffiekoeken voor mijn neus weg, nee, dat gaat mooi niet gebeuren. Been there, done that.
Het meisje die me toch echt duidelijk aankeek, maakt nog steeds geen aanstalten om te komen, ze staat te lachen en te kletsen met de bakker en nog 2 andere hulpen (werkoverleg?), en als ik even langs de toonbank loop, en dan nog geen actie achterin de zaak zie, loop ik de winkel weer uit. Dan maar niet iets lekkers bij de koffie, is ook beter voor de lijn natuurlijk, en terwijl ik langs de glazen zijkant van de winkel loop, zie ik het meisje van zojuist naar de toonbank lopen, verbaasd kijkend zo van: “Hè, er was hier net toch nog iemand?”, en als ze opzij kijkt en me ziet, kijk ik boos terug. Ik baal ook wel een beetje, het water in mijn mond wegslikkend, verdorie, want die koffiekoeken van hun zijn zo lekker!
Wiens gemiste kans is dit, van de bakker die omzet misloopt, of van mij, die wel een punt heeft gezet, maar iets lekkers moet missen. Ik weet niet of ik de volgende keer zo sterk zal zijn, ik denk dat ik mijn mond wat eerder open trek en duidelijk om hulp vraag, want subtiele hints worden blijkbaar niet opgevangen.
wat een ding, ik zie jou al boos kijken en de verkoopster verbaasd……….
Ja, klantvriendelijkheid? ver te zoeken toch…….. maar misschien niet zo erg om al dat lekkers toch te kunnen laten liggen 🙂
Mooi dom van die verkoopster. In deze tijd mag je toch blij zijn met een klant. Volgende keer zou ik nadat ze eindelijk kwam vriendelijk om haar baas vragen. Heeft meer effect. En dan die vragen of het gebruikeljk is dat klanten zo lang door zijn personeel moeten wachten om geholpen te worden. Ja ik ben erg! hihihihi