Toen ik gisteravond gezellig en nietsvermoedend op de bee bij Janny zat, tikte Witje tegen de schuifpui aan dat-ie binnen wilde komen. Als een verzopen kat schoot hij schichtig naar binnen, vies, niet normaal! De zwarte bagger zat niet overal, dus hij was niet helemaal in de sloot geduwd door Zopje, maar het was te erg om het hem zelf te laten schoonlikken; je weet immers niet wat voor gif hij hiermee binnen krijgt. Dus besloten Perry en Evelien niet op mijn thuiskomst te wachten maar het varkentje zelf gelijk te wassen. In de gootsteen in de keuken zag ik 2 uur later de stille getuige hiervan: allemaal katteharen in het putje en zwarte uitgezakte druppels slijk tegen het gootsteenkastje, een fles shampoo en een dikke handdoek op het aanrecht. Bergen wasgoed in de wasmand ook, zo te zien had Witje nogal tegengestrubbeld. Hij zat heel zielig in de badkamer op te warmen, en hij liet zich lekker kroelen door me. Maar hij stonk nog goed, jakkie, vanmorgen ook nog. Ik weacht het nog een dagje af, en als de stank nog zo erg is moet hij er toch nog een keer aan geloven, deze keer zal ik gelijk de antikklittenshampoo gebruiken van Suzanne.
Zo’n foto maakt me zoooo blij dat onze poezen altijd binnen blijven. Arme Witje.