Jaren geleden (2002 of zo) volgde ik een workshop machinaal quilten bij Dijanne Cevaal, en daar hield ik deze beauty aan over. Ik leerde spelen met verschillende kleuren garens in een bloem, en vooral niet bang te zijn om het quiltwerk wat te accentueren door meerdere keren over dezelfde lijn te quilten.
Na zoveel jaren kon hij wel een wasje gebruiken, hij ging gewoon in de wasmachine bij de bonte kleren en mocht daarna plat op tafel liggend drogen.
Hij ziet er weer lekker fris uit, Jon weet een schone quilt wel te waarderen, hij hielp nog even mee met de kwaliteitscontrole, checken of er geen bloemetjes loslaten.
Het ligt lekker blijkbaar, want ze hebben er allevier al op gelegen de afgelopen 24 uur.
Het was zo leuk om te maken, zo’n klein quiltje, ik zou het veel vaker moeten doen.
Na deze was ging een grote lap quiltstof in de machine met een colorcatcher doekje, en toen dit doekje na afloop er knalroze uit kwam, ging de lap stof nogmaals in de machine, deze keer met de 60 graden was, en nu was het colorcatcher doekje helder wit toen de was klaar was.
Gelukkig, deze lap stof wil ik namelijk als achterkant gebruiken, ik kom net wat tekort in de breedte, dus zet ik witte banen tegen de zijkanten aan. Ik weet dat ik in een vorig blogje had geschreven dat ik een witte achterkant ging nemen, maar toen ik mijn witte stof wilde pakken, viel mijn oog op deze lap.
Leuke stof,
Om de was buiten aan de lijn te kunnen drogen moest ik eerst wel wat snoeien
Twee zwarte kaarsen met gele bloemen staken ruim een halve meter door de lijnen heen, eentje zie je op de foto hieronder, gemaakt in juni, en de andere staat links buiten beeld
Tag archieven: Dijanne Cevaal
Kip zonder kop met een missie
Maandag kwam ik er achter dat ik nog geen fibermailkaart had gemaakt voor iemand van een lijst waar ik aan mee doe, en met schaamrood op mijn kaken mailde ik dat haar kaart er per direct aan kwam. Ik trok mijn lapjeskast open, begon in het wilde weg met scraps te werken en schoot na een half uur pielen in de stress. Dit zag er toch niet uit, amateuristisch geklungel, het had kop noch staart, en hoe meer ik er aan toe zou voegen, hoe rommeliger het zou worden; ik zou er niet vrolijk van worden als ik hem zou krijgen, dus huppetee weg er mee.
Ik trok een andere deurtje van de lapjeskast open en mijn oog viel toen gelijk op het door mijn moeder geverfde stapeltje stof. Aaien, bekijken, ruiken, en de keuze viel op dit lapje. De bak met garens erbij gepakt en gekeken welke er mooi bij staan, harde (scherp aanvoelende) metallics wilde ik ook proberen.
ik had ooit een YouTube filmpje gezien van een vrouw die met machine uit de losse hand borduurde met meerdere garens door de naald, het was het proberen waard. Ik moest denken aan Dijanne Cevaal, zij heeft meerdere quilts gemaakt van dit soort stof, zie hier ooit wil ik ook een grote quilt maken op die manier. Ik besloot om níét op haar website te kijken hoe ze het precies had gedaan, eens kijken of ik vanuit mezelf ook iets kon toevoegen, (origineel zijn heet dat) en als het er precies op zou lijken, dan heb ik toch wel een betere geheugen dan ik dacht.
Onder het lapje stof heb ik een dunne tussenvulling gestreken en daarachter stik en trekvlies, je kan ook een ander stofje erachter zetten, maar omdat dit een kaart moet worden, mag hij best stijf aanvoelen. Met een Superior Topstitch naald (met goudkleurige naald) nummer 90 ben ik met zwarte metallic van Madera eerst rond alle donkere lijnen gaan quilten. Ik had de BSR voet op mijn Bernina 450, en die heb ik maar uitgezet, het geschitter van het draad bracht de laseroog in verwarring, waardoor hij vaak haperde. Daarna de donkere ‘stammen’ opgevuld met drie kleuren garen. Regelmatig komt een andere garen bovenop te liggen, waardoor het geheel er niet vlak uit ziet
En met goud metallic in combinatie met gemêleerd geel King Tut garen heb ik er wezentjes in geborduurd, in die volgode, ook al zie je me op de foto hieronder met de groene garens aan het werk. Ik werkte op de grote lap, maar wilde minder dan een kwart bewerken, genoeg voor 1 fibermailkaart, en zag dat ik een stukje verder naar boven kon dichtmaken op een enkele stam. In de gele wezentjes heb ik nog rode hartjes gemaakt van een akelig scherpe rode metallic (merk staat er niet op) gecombineerd met een rode Mettler Poly sheen, kleur 1902 (werkt heerlijk!). En om het geheel wat spannender te maken en er balans in te krijgen heb ik de rode hartjes als wezentjes in de knop nog verdeeld over de stof.
Ik denk dat door de scherpe metallics te combineren met een gladde polyester of katoen garen, het zich beter laat verwerken. Ik heb niet één keer draadbreuk gehad. Dus topstitch naald 90 en bovenspanning op 0 en je vooral niet haasten.
Op maat snijden, niets aantrekken van de achterkant
hij was toch te slap dus heb ik er nog een kartonnetje en als laatste een licht katoentje er tegenaan geplakt met Pritt,
Met boventransport, twee kleuren garen bovenin ( goud metallic en een dikke van kleur verlopende katoen van Aurifil zijn de randen netjes afgewerkt. Tijdens het zigzaggen hield ik de boel waar nodig met een satéstokje plat, zodat er geen plooitjes of scheef getrokken randjes in kwamen. Bij het laatste stukje aangekomen heb ik de begindraden vast gepakt en ben ik hier overheen gaan zigzaggen.
achterkant als een kaart gemaakt, met een Micron pigma pen geschreven.
en klaar! De volgende dag was hij op plaats van bestemming, ze was er heel blij mee. Oef.
Gelukkig is de kaart geen kopie van de quilt van Dijanne Cevaal geworden, maar helemaal mijn ding met een vleugje DC er in 🙂 en vond ik het haast zonde om hem weg te geven.
dus heb ik gisteren de rest van de stof ook zo bewerkt, ooh zo leuk om te doen! Doorgesneden, en nu heb ik er twee 🙂
Heerlijk om op quiltgebied weer creatief bezig te zijn geweest, en gelukkig dacht mijn pols hier gisteren ook zo over!