Toen ik vanmorgen om 7 uur na het snijden van het verse brood weer op weg naar mijn bed – slechts gekleed in mijn nachthemd- niets vermoedend een op de grond gevallen fleesevest opraapte om terug aan de kapstok te hangen, viel er iets uit; ik voelde iets zachts langs mijn blote dijbeen omlaag glijden om vervolgens onder Suzanne’s gymtas te verdwijnen. Het was donker en had pootjes en een staartje en van schrik gaf ik een gilletje, niet mijn normale op de top van mijn longen gil, maar eentje van "Oeiiii!". Vanuit de badkamer kwam een bromstem van manlief, wat er aan de hand was. "Ooh, niks bijzonders, een muisje zit bij de kapstok, da’s al.", zei ik, en liep naar de achterdeur om te zien of ik Zipje of Zopje zag lopen, want ik had versterking nodig. Zopje kwam aanhuppelen maar liep net zo snel weer met grote bokkesprongen weg, met zijn rug hoog en zijn staart in een gekke krul. Hij dacht dat ik wilde spelen en had helemaal geen zin om opgepakt te worden, laat staan om binnen te komen.
Zipje kwam wel naar me toe om kopjes geven en liet zich oppakken om heerlijk te knuffelen, terwijl ik hem naar binnen droeg en in de gang neerzette bij de gymtas. Confuus -want de katten mogen niet in de gang komen- liep hij alweer richting de kamerdeur, tot hij de muis van onder de gymtas -die ik optilde- zag wegrennen. Gelijk schoot onze lieve lobbes in actie, dreef de muis in het hoekje bij de meterkast en pakte het beestje in zijn bek. Suzanne keek van boven toe, schitterend om zo’n grote kat in actie te zien.
Ik hield de voordeur voor Zipje open, en met opgeheven kop liep hij met de muis -wiens achterpootjes heen en weer wiegend uit de bek van Zipje staken- naar buiten, de straat op. Op de stoep bleef hij staan, alsof het toen pas doordrong wat er gebeurd was; nooit eerder was het vangen van een muis -en een hele grote ook nog- zo snel gegaan, hij was er niet eens moe van geworden. Hij keek naar links en naar rechts, wat nou? Gelukkig kwam Zopje aanlopen, staart nieuwsgierig in de lucht, en het leek net alsof ze met elkaar stonden te praten, en verdomd, ze draaiden ook allebei hun kopjes mijn kant uit, alsof Zipje net had verteld waar hij de muis had gevangen. Ongeloof in de ogen van Zopje, die zich wel voor zijn kop kon slaan dat-ie mij niet serieus had genomen, 5 minuten eerder. Later op de morgen probeerde hij een paar keer -met flink slijmen- om ook de gang in te komen. Alsof daar de muizen op rij staan te wachten, gelukkig niet zeg. En Zipje, die lag de rest van de morgen prinsheerlijk uit te bollen in de luie stoel.
hoe de muis binnen is gekomen weet ik niet, vast via de deur☺. Ik heb nergens keuteltjes gevonden, dus lang kan hij er niet hebben gezeten, en mijn vest was ook nog helemaal heel.
Wat een grappig verhaal, de muis zal het wel minder grappig gevonden hebben…
Vraag ik me toch af hoe die muis eigenlijk binnen is gekomen, of heb je vaker muizen in huis?
leuk!
Brrr! Gelukkig heb je katten!
Oh, wat een heerlijk verhaal, ik zie het voor me. Heeft Zipje hem opgegeten?
Ada
De singer is trouwens naar een hogere bieder gegaan…
Uûûûûrgh, moord in de gang en op bestelling nog wel!
Haha, wat vertel je ’t weer mooi!