Het is allemaal wat

Op weg naar Breda word ik bij de uitvoegstrook om de volgende snelweg op te gaan waar je moet ritsen bijna klem gereden door een zwarte Audi die een motorrijder achterna zit.
Het invoegen ging al moeizaam omdat de vrachtwagens op de rechter baan mij de ruimte niet gaven om te ritsen. Het moment dat ik eindelijk naar rechts begin in te voegen scheurt de motor die de hele tijd op mijn achterbumper kleefde mij gelijkertijd voorbij, met daarachter de Audi, nu beiden over de doorgetrokken witte strepen en snel voor mijn neus terug invoegend om aanrijding met het drukke verkeer op de snelweg links te voorkomen.

Afremmend om een botsing te voorkomen zit ik te foeteren op die asociale weggebruikers, en op hetzelfde moment floept een neon verlichting POLITIE signaal op in de achterruit van de zwarte Audi. Heel even dacht ik dat het voor mij was, omdat het van achteren te zien was, maar ik deed niks verkeerd. En gelijkertijd gaf de politie blijkbaar ook een zichtbaar signaal af aan de motorrijder dat deze rechts de volgende afslag moest nemen, want hij had opeens geen haast meer en reed keurig de afslag af (die ik ook moest hebben) en stond stil op de vluchtstrook aldaar. Opgelucht dat ik er zonder kleerscheuren van af was gekomen vervolgde ik mijn weg, toe aan een koffieshotje.

Daar zit ik weer aan een kleine ronde tafel in de wachtruimte van de garage, net als twee weken geleden, met een kopje koffie maar deze keer zonder Luikse wafel (ik had me er al op verheugd, maar ze waren op) en met mijn haakwerk. Rechts van mij komt even later een man van begin veertig zitten, hij schuift zijn stoel wat verder van tafel af zodat er meer afstand tussen ons is en begint na begroeting gelijk op zijn mobieltje te scrollen.

00EB6AFF-4AE6-4569-A3C7-DE62B937DF0E

Aan het andere tafeltje met drie stoelen zit een blonde man (50+er) in kampeeroutfit met een legerpetje op te bellen met zijn werk over zijn defecte auto. Hij is het zat en wilt een andere leaseauto uitzoeken, en blijkbaar verloopt het gesprek aan de andere kant van de lijn naar wens, want met een grijns op zijn gezicht stopt hij zijn mobieltje weg en pakt nog een kopje koffie.
Tussen de koffiebar en de ronde tafeltjes staat een hoge tafel met hoge krukken, een jolig kijkende jonge man (mijn leeftijd) die vlak na mij binnen was gekomen hing hier op de kruk in een tijdschrift te bladeren.

Op de pas gedweilde vloer vallen stoffige voetstappen op, ze lopen van de werkplaats af naar het kantoor achter de koffiehoek, de interieur verzorgster is aan het werk in de aangrenzende showroom, zal ze het gezien hebben?
05575F36-9E6E-45FE-8C23-D7D607DC86DA
Met een bedrijf vol met mannen kan je aan de gang blijven, misschien zal ze gedacht hebben: “het was schoon, en voor wie zich er aan stoort, dáár staat de dweil.”

6270C372-2CE6-440A-A719-C50920F24000
Een echtpaar, rond de 60/70, loopt naar binnen, ze leveren na een kort gesprek de autosleutel in bij de balie en lopen richting de zit/koffiehoek. De boomlange stevige man zegt tegen de kleine struise vrouw: “Zullen we eerst wat drinken voordat we de stad ingaan, hier is de koffie gratis, en dan kunnen we er gelijk de broodjes bij eten.”, en ze blijven staan voor de twee ronde tafeltjes. Aan het ene tafeltje zijn twee stoelen vrij, aan het andere nog maar een. Keuze lijkt mij niet moeilijk, toch?

De man legt zijn hand op de vrije stoel schuin naast mij en vraagt of ik het goed vind dat ze bij mij aan tafel komen zitten. “Geen enkel probleem meneer, zolang uw vrouw maar niet bij mij op schoot komt zitten.” , ik hoor de man op de kruk lachend zeggen: ”Da’s wel een goeie zeg.”

De man en vrouw lachen ook, nee, daar is het te warm voor, en hij sleept een stoel weg bij het andere tafeltje voor zijn vrouw. In eerste instantie denk ik dat ze niet goed Nederlands spreekt; ze lijkt me van Indonesische afkomst en zegt amper een woord. De man daarentegen trekt lucht langs achteren, ook al is de helft slecht te verstaan vanwege binnensmonds praten. “U moet wel duidelijk articuleren”, denk ik, maar houd wijselijk mijn mond. Zie, ik kán het wel. 

Ze hebben de auto gebracht voor een grote beurt, maar hij heeft geen zin om hier uren stil te zitten, zo laat hij de wereld weten. De vrouw kijkt met een schuin oog naar mijn haakwerk, maar zegt niks. 

Ze staan gelijk weer op om koffie te zetten, hij vraagt zich erg hardop af of het kopje nou niet gaat overlopen want hij heeft op cappuccino gedrukt en het kopje lijkt hem te klein. Het gaat gelukkig goed. De vrouw blijkt te kunnen praten en geeft met een vet Brabants accent commentaar, en even later komen ze terug met twee kopjes cappuccino.

Ze pakt zwijgzaam de boterhammen uit haar rugzak en samen eten ze er elk twee, dat weet ik want hij kondigde elke boterham aan als wereldkundig nieuws, beetje jammer dat hij er niet bij vertelde wat er tussen de boterhammen zat, want aan het beleg herken je de mens. Hij heeft thuis gekeken hoe het zat met de bussen in de buurt, en op zes minuten loopafstand van de garage is een bushalte. Daar lopen ze zo naar toe om lekker Breda in te gaan, zo vertelt hij hardop om zich heen niemand in het bijzonder aankijkend. Ik ben de enige die zegt dat Breda wel leuk is om in te gaan, hoewel met deze temperaturen het wel erg warm zal zijn tussen de gebouwen.

“Eerst nog een kopje koffie?”, vraagt de vrouw, “doe maar een cappuccino”, zegt de man, en samen lopen ze naar de koffiebar nog geen drie meter vanaf ons tafeltje. Gezellig samen kijken hoe twee kopjes cappuccino gezet worden, om samen weer terug te lopen naar de tafel.

Ik zou hier dus de kriebels van krijgen als manlief dit niet alleen wilde doen, of het mij niet alleen toevertrouwde. Oké, ervaring leert dat ik niet altijd oplet van welke kant ik de koffiehoek in wegrestaurants of zo benader en dan met twee kopjes koffie de verkeerde kant op loop, om vervolgens om me heen kijkend aan de andere kant van de ruimte mijn man naar me te zien zwaaien, want hij kent me al langer dan vandaag. En dan grinniken we er om en gaan verder.

Maar goed, niet dit echtpaar, en ik mag niet oordelen, want wie weet waarom ze dit zo doen, ze willen mekaar gewoon niet uit het oog verliezen. Ik vraag me alleen af hoe dit moet als ze naar de wc gaan. Ook samen?

Ze stappen op, en met een “het is maar een klein stukje lopen” als groet zijn ze weg, de kopjes laten ze voor het gemak staan. Een gemiste kans om dit ook nog even samen te doen, en wel zo netjes als de koffie gratis is.

Het is ondertussen al 30 °C en onbewolkt. Eer je lopend het grote parkeerterrein van de garage af bent, ben je al gaar. Dan is daarna zes minuten lopen over de volgens mij geasfalteerde weg langs het industrieterrein waar de schaduw ver te zoeken is echt geen pretje. Maar goed, je moet wat hè als je niet stil wilt zitten in een gekoelde ruimte met gratis lekkere koffie en schone wc’s. In Breda is er vast wel ergens een leuk terrasje waar je in de verkoelende schaduw kan zitten. Ook niet verkeerd. En dan ruim voor sluitingstijd van de garage weer terug die hitte in, pfff, zij liever dan ik.

Een mevrouw komt binnenlopen, kijkt om zich heen, loopt recht op mij af en vraagt waar de toiletten zijn. Haha, ik zie er vast uit als een prototype toilet juffrouw met mijn handwerkje en mijn vrolijk gezicht. Ik wijs haar de weg, en weg is ze.

De receptioniste die gewoon op haar plek zat recht tegenover de ingang maar schuil ging achter haar desk, komt naar me toe. Het probleem is ontdekt, koelvloeistof lekt via de condensor die dus vervangen moet worden. Daar deze niet op voorraad is moet er weer een nieuwe afspraak gemaakt worden, het zij zo maar ik baal wel. Ik hoopte op het opsporen van het probleem en gelijk fixen, maar het is niet anders. Tot over drie weken.

De weg terug naar huis verliep zonder bloeddrukverhogende momenten, easy does it. Gelukmakend saai.
Een kort bezoekje aan de supermarkt was ook niet echt opwindend, hoewel de wildvreemde bejaarde vrouw met natte nekharen die mij in de passage aansprak en een heel verhaal afstak over wat ze vanmorgen allemaal al had gedaan en in detail met mij doornam wat ze verder nog ging doen, en ook nog iets onsamenhangends vertelde over haar buren, en wat ik er nou van vond, wel weer leuk was. Ik kreeg geen kans om te zeggen wat ik er van vond, als ik dit had gewild, iemand zijn verhaal laten doen is vaak belangrijker dan je mening geven, minder kans op conflicten ook en sneller klaar ook denk ik.
“Zo, nou, dan ga ik maar gauw verder,” zei ze zuchtend, en onderwijl haar nek droog vegend met een zakdoek liep ze weer door. Houdoe. 👋🏼 

8 gedachten over “Het is allemaal wat

  1. Truus

    Een geweldige saaie dag na het begin op de autoweg.
    Niet meer de politie en motorrijder gezien na de afslag?
    Nou tot over 3 weken maar weer….
    groetjes, Truus uit Drenthe

  2. Marloes

    Wat een gezellige garage heb jij. Maar wat een sof dat ze het niet meteen konden maken. Dus lezen we over drie weken weer een verhaaltje uit de koffiehoek 😁

  3. Renske

    Gelukkig dat het voor jou goed afliep. Ook toevallig dat de politie net achter je reed. Kassa voor de motorrijder. Nou ja, eigen schuld voor hem/haar.

    Jouw garage is een stuk gezelliger dan de garage waar ik heen ga. Sowieso is daar geen ruimt3 voor zoveel mensen. Jammer dat de autoreperatie niet direct kon.

    ‘want aan het beleg herken je de mens’, o noem eens wat op?

  4. mieke

    Piep

    T is nog lolliger dan 14dagen op vakantie.. hihi geweldig, alleen die wegpiraten das een stuk minder he
    knuf

  5. Sabine

    Leuk kort verhaal over een bezoekje aan een autokliniek 😜
    Je zou kronieken in een dagblad kunnen schrijven. Nog veel succes met het haken.

Reacties zijn gesloten.